In Italië was het tot voor kort gebruikelijk dat contadini (boeren) in dienst van een landheer werkten. Het analfabetisme was groot waardoor velen van hen afhankelijk waren van lieden die konden lezen en schrijven. Pas rond 1960 werd deze boeren het alfabet bijgebracht en leerden ze rekenen. Hierdoor konden ze breken met hun vaak onbetrouwbare ‘heren’ en voor zichzelf gaan werken. Veel van de noeste arbeiders die we tegenwoordig de Italiaanse akkers zien bewerken, zijn nog van die ex-lijfeigenen. En hoewel er veel aan hun situatie is veranderd, eten ze nog steeds dezelfde soep: de farro funghi. Tijdens de wintermaanden trekken ze de bossen in op zoek naar porcini en andere paddestoelen. Ze trekken hiervan samen met wat spelt van de oogst een krachtige en voedzame soep van. De farro funghi van de Kleinste Soepfabriekis gebaseerd op de soep van deze contadini. Eet hem net als de Italianen met oud brood en eventueel wat kaas. De spelt die ik gebruik komt van het speltproject in Pieterburen. Hij is voor iedereen te koop in Feerwerd bij de molen. Het is echte honderd procent oerspelt, prachtig gemalen. Als dat te ver voor je is, kun je ook speltmeel of -korrels kopen bij natuurvoedingswinkels, of als farro bij sommige Italiaanse delicatessenzaak.